Vorig jaar waren we hier eerste. Dus vol goede moed het water op. Vlak voor de start was er een kleine aanvaring met Akkrum die niet op tijd kon draaien door Sneek. Daardoor waren we gedwongen om over stuurboord te starten. Als lierenman ben je constant bezig met de zeilzetting. Het onderlijk wat strakker of losser trimmen om scherper aan de wind te zeilen en ook snelheid te maken. Ook het  achterlijk van het zeil bepaald mede de lozing van de wind. Huzum kwam als twaalfde in de eerste route door. Voor de wind wordt de hals losser gezet om meer bolling in het grootzeil te krijgen en de fok wordt op de lier 3 pallen losser gezet. Aan de wind wordt hij dan weer bijgedraaid. In de tweede route werd geassisteerd bij de fokkeloet op het voordek en werden aanwijzingen gegeven aan de schipper wanneer een ander skûtsje te kunnen passeren. In de tweede route was het de d’Halve Maen die tot twee keer toe voor de kop draaide, wat eigenlijk niet kon. Lodewijk gaf Berend Mink duidelijk te kennen dat hij dit niet weer ongestraft over zijn kant zou laten gaan. In de derde route werd het zeil weer bijgedraaid toen plots de pal van de lier van de onderlijkstrekker eraf spatte. Na wat gevloek en gescheld werd snel draaiend getracht de spanning er weer op te krijgen. De snelheid ging echter wel uit het schip en net op het moment dat Langweer werd ingehaald. Na dit moment liep het weer goed en werd weer uitgelopen op Joure, Drachten en de ZuidWestHoek. In de laatste route werd nog wat geprobeerd door de fok te wisselen omdat de wind af nam. Bij de lier is het dan zaak om de ene fok op tijd naar beneden te halen en de andere dan weer snel mogelijk naar boven trekken. Het was echter op weg naar de finish en we konden hiermee niet voorkomen worden dat we werden overlopen . Alleen Joure konden we nog achter ons houden.

Bij Elahuizen morgen vroeg inzeilen om de wedstrijd weer optimaal te beginnen.