Vraag van de maand

Deze maand de vraag wat nu eigenlijk het nut is van peilen….

————————————————————————————————————————–

Afgelopen maand werd er gevraagd waarom er eigenlijk gepeild wordt. Als je vastloopt ben je toch al te laat???

Degene die dit vroeg was kennelijk even vergeten dat er ook nog zwaarden aan een skûtsje hangen. Om het antwoord goed uit te kunnen leggen moet eerst duidelijk worden waarom die zwaarden zo belangrijk zijn.

Een skûtsje is een platbodemschip zonder kiel.  Vroeger moesten de skûtsjes nl. hun vracht ook kunnen brengen op plaatsen die via ondiep water bereikbaar waren. In plaats van een kiel hangen er twee zijzwaarden aan voor het geval er tegen de wind in gekruist moet worden. Bij overstag gaan verandert de richting van het schip t.o.v. de wind. De wind blaast dan immers vanaf de andere kant in de zeilen. Als het zwaard aan de loefzijde (waar de wind vandaan blaast)  neergelaten wordt heeft dit geen enkel nut. Dan moet dus het zwaard aan de lijzijde (de lage kant) neergelaten worden.

Dit zorgt ervoor dat  de wind het schip niet zomaar alle kanten uit kan blazen (verlijeren). Door de zwaarden te steken, blijft het schip dus op de gewenste koers. De schipper bepaalt met zijn adviseur de koers en de zwaardenmannen laten al naar gelang die koers de zwaarden neer of trekken ze omhoog.

Als men de zwaarden in zijn geheel laat zakken, steken ze onder de bodem van het schip uit, dus wat gebeurt er dan bij ondiepte…??? Dan raakt niet het schip vast, maar de zwaarden, met als gevolg dat het schip omgaat (dus letterlijk op één oor ligt…). Er zijn meer redenen waarom een skûtsje kan omslaan, maar in zulke gevallen is het omslaan van een skûtsje vrijwel altijd te wijten aan een misrekening van degene die peilt of van de zwaardenman. Maar uiteindelijk is altijd de schipper eindverantwoordelijk.

Nu komt het verhaal  van het peilen naar voren. De peiler (bij ons aan boord is dat een vrouw, dus vanaf hier spreken we van peilSTer) heeft een peilstok met diverse merktekens. Vooral op ondiepe wateren wordt veelvuldig gepeild hoeveel water er tot een bepaald merkteken reikt. Aan de hand daarvan seint de peilster dit door naar de betreffende zwaardenman, zodat hij zijn zwaard een stukje kan ophalen of juist meer kan steken.

De peilster is een heel mobiel persoontje en wipt bij het overstag gaan dus van de ene naar de andere kant van het schip. Soms helpt ze ook mee om snel meer druk op het zwaard te geven als dat neer moet door het naar onder te trappen met de voet, soms door zelfs het hele lichaamsgewicht in de strijd te gooien.